24 juni | 23:08 uur
volg bericht
Straatnamenhistorie 14: Wijksestraat en Zustersteeg
Dit is het veertiende en tevens laatste bericht over de straatnamen van Heusden. Met de Wijksestraat en de Zustersteeg zijn alle 41 straten die de vesting rijk is aan de orde gekomen. Maar er is een appendix: het verhaal dat Will Dijkstra schreef over de Stadshaven bevat ook een tekst over de aanpassing van de vestingwerken. Die wilde ik u niet onthouden.
Ik hoop dat u met het lezen van deze teksten net zoveel plezier hebt gehad, als ik had met redigeren van de teksten en het zoeken naar de oude foto’s. Voelt u zich vrij om onder dit bericht aan te geven wat u van de reeks vond. Eventuele suggesties voor een volgende reeks zijn ook welkom.
Rest mij niets anders dan Will Dijkstra te danken voor de mooie teksten. En zoals ik al eerder aangaf zijn er nog veel meer oude foto’s te vinden op de website van het Streekarchief Langstraat Heusden Altena: www.salha.nl. Het bezoeken waard!
Wijksestraat
Te vinden vanaf de Wijkse Poort tot aan de Vismarkt. Midden zeventiende eeuw vermeldt geschiedschrijver Van den Oudenhoven “het Wijcks-eyndt”. Van den Oudenhoven was zelf getuige van werkzaamheden aan de vestingwerken en doelde hiermee op het gedeelte van de straat recht op de Wijkse Poort. Het is verdedigbaar dat het gedeelte vanaf de knik tot aan de plek waar einde Kikkerstraat eertijds de Wijkse Poort te vinden was “d'Oude Wijcksche Straet” genoemd werd. Er is nog een aanwijzing dat dit zo was: noch Van den Oudenhoven, noch Groen (in de achttiende eeuw) noemen het bestaan van de Drietrompetterstraat.
Er veranderde wel veel in deze hoek vanaf de Middeleeuwen. De jachthaven bestond nog niet in het midden van de zestiende eeuw. Men groef een gracht vanaf het kasteel in de richting van de Maas. Wandelaars konden vanaf de Vismarkt via de (toen nog zo geheten) Wijcksche Straet naar de stadsmuur lopen. Daar waar nu de Wijkse Poort de in- en uitgang afgrendelt, stond een stadsmuur met daarachter een gracht, die op deze plek naar rechts afbuigen kon, want er liep een weg achter de muur richting Maas. Op de hoek aangekomen, ter hoogte van de huidige Kikkerstraat, kwam men uit bij de Wijkse Poort. Deze onderdoorgaand passeerde men de voorstad met rechts een kapel.
In de tekst van Groen kunnen we lezen: “Anno 1614, den 6 December, tussen 6 en 7 uer braaken de twee steene Beere buijten de Wijkse poort door, bij de Stad Heusden, dewelke daer nieu tot fortificatie van de Stad waren gemaekt; het water maekte met doorschieten zulke diepte dat men vreesde dat het kasteel met de Stad perikel van het water zoude geloopen hebben." Zo te lezen ontstond op dit moment de jachthaven. Met de 'steene Beere' bedoelde Groen de muren die het Maas van het grachtwater scheidden. Het was immers de bedoeling om, ook bij een lage stand in de rivier, de grachten rond Heusden zo vol mogelijk te houden. Een en ander werd geregeld via de Demer.
Dankzij deze zelfde Groen is een heel aardig verhaal bewaard gebleven dat speelde rond 1630 tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Buiten de Wijkse Poort lagen nogal wat schepen die voorraden aanvoerden voor de legers van de Prins van Oranje die op veldtocht in de Langstraat waren. Enkele Spaansgezinden bedachten een plan om de schepen in brand te steken. Twee mannen meldden zich met een koffer bij een schipper die op het punt stond om af te zeilen naar Holland. Het drietal doet zaken en de twee mannen zetten de koffer vast aan boord en gaan samen met de schipper, die nog een boodschap moest doen in de vesting, van boord. De schipper draagt z'n zoontje op om het zeil alvast te hijsen en in wat ruimer water te gaan liggen uit de drukte. Dramatisch is de afloop: “... zoo gaat het vuerwerk, dat inde koffer was aan, en slaat het schip bij na an stukken, en des schippers zoontje dood, zonder met schade te doen, an de andere scheepen, dewijl het lag in de ruijmte van de Maas."
Zustersteeg
De Zustersteeg ligt tussen de kruising Molenstraat/Waterpoort-Hoogstraat en de Putterstraat. Net als bij de andere zijstraten verspringen ook hier de hoeken, ideaal om als verdediger positie te kiezen. De “Suster-steegh” dankt haar naam aan de nonnen die er in een klooster zaten. Het klooster werd in de vijftiende eeuw gesticht door Gijsbert van Randwijk, een vermogend persoon die met regelmaat verkeerde in het gezelschap van onder anderen de hertogen van Gelre. In 1482 vestigden zich dankzij de goedgeefsheid van Gijsbert zusters in Heusden van de Derde Regel van Franciscus. Achter het klooster stond een zogenoemde 'dubbelkerk': de kerkgangers namen vanaf de begane grond deel aan de viering, de kloosterlingen zaten vanaf de eerste verdieping, onzichtbaar voor 't gewone volk, de dienst te volgen. Deze kerk, die er al langer niet meer staat, werd in 1637 gerestaureerd voor de diensten van de (protestante) Waalse en Engelse kerk. De gouverneur van de in Heusden gelegerde troepen, Graaf Willem van Nassau, nam daartoe het initiatief. De voor de strijd ingehuurde Walen en Engelsen hadden behoefte aan een eigen bedehuis. Een Heusdenaar 'verdiende' nog een nieuwe hoed door er voor te zorgen dat uit 's-Hertogenbosch een voormalige katholieke preekstoel kon komen.
Door de wijziging van katholiek naar protestant gezag werd in 1577 besloten dat er geen nieuwe zusters meer zouden worden aangenomen. Een jaar eerder telde de kloostergemeenschap 18 zielen, geleid door overste Catharina Beris. De laatste non vertrok tenslotte naar Den Bosch. In het gebouw vestigden zich achtereenvolgens de Latijnse school, een opleiding vergelijkbaar met het huidige gymnasium en een brouwerij. Na zeer ingrijpende verbouwingen is het gebouw nu opgedeeld in woonruimten voor éénpersoonshuishoudens. Met heel veel moeite kunnen nog kleine stukjes van de eertijds imposante vijftiende-eeuwse balkconstructies gezien worden.
Appendix
Aan het einde van de zestiende eeuw was er dringend behoefte aan modernisering omdat Heusden deel uitmaakte van de zuidelijke linie van vestingsteden. Tot dan toe bestonden de vestingwerken uit een gracht - de Demer (Vlaams voor watergang) - en een circa acht meter hoge muur omgaven de stad. Rondelen - half uit de muur gebouwde torens - en vier stadspoorten maakten van Heusden in de vijftiende en zestiende eeuw een geduchte vesting. De Wijksche Poort stond aan het einde van de Kikkerstraat. De Waterpoort beschermde de doorgang in de muur van en naar het voetveer over de Maas naar Nederhemert. De Herptsche Poort stond aan het einde van de Putterstraat en de Oudheusdense Poort bij de Wittebroodstraat.
In 1577 werd de Pacificatie van Gent (de Gentsche Bevreediging) gesloten tussen zeventien gewesten in de Lage Landen die konden bogen op vele verschillen maar ook op één overeenkomstig belang: hoe komen we af van de plundererde benden Spaanse huurlingen? Ook Spanje zag reden om mee te werken en trok uit delen van de Lage Landen volgens afspraak troepen terug. Ook Heusden raakte verlost van de Spaanse bezetting. Holland en Zeeland trokken Utrecht en Gelre mee in hun belangenstrijd en zagen kansen om snel terrein te winnen op Filips Il die inmiddels voor de tweede keer failliet was gegaan aan de torenhoge oorlogskosten waar geen belas-tinginkomsten meer tegenover stonden.
Heusden, als Hollands stadje, kon nauwelijks anders dan kiezen voor medeondertekening van het verdrag. In ruil voor de loyaliteit van de Heusdense burgers kregen ze het recht om vertegenwoordigers te sturen naar de Hollandse statenvergadering waar ook steden als Dordrecht en Geertruidenberg af en toe de mond open mochten doen. De samenwerking tussen de Lage Landers was van korte duur. Door uiteenlopende belangen en verschillen in opvatting besloten zeven noordelijke gewesten om eendrachtig de Spaanse overheersing met geweld te keren. In 1579 werd daartoe de Unie van Utrecht gesloten.
In het zuiden tekenden tien gewesten de Unie van Atrecht (nu: Arras, Frankrijk) om hun afhankelijkheid van de Spaanse koning te bevestigen. De ongeschiktheid van de Heusdense stadsmuren tegen kanonnen- en musketgeweld was inmiddels al enkele malen aangetoond. Staatsen - troepen onder bevel van de Staten Generaal - en Spaanse regimenten wisselden elkaar vrij moeiteloos af. Vooral Holland beijverde zich om zo snel mogelijk te komen tot een zuidelijke linie in het rivierengebied om het Spaanse legers hoogst onaantrekkelijk te maken een beslissende veldtocht op te zetten richting Hollandse rijkdom en heerschappij. Een aantal steden, reeds voorzien van verdedigingswerken (Geertruidenberg, Gorinchem, Woudrichem, Grave en ook Heusden), kwam op de rol om voorzien te worden van moderne vestingwerken. De vesting Willemstad werd speciaal uit de grond gestampt.
Uitgaande van de reikwijdte van een musketschot, ongeveer 120 meter, ontwierp Adriaen Anthonisz. van Alckmaer op last van de Staten ook een plan voor Heusden, rekening houdende met de aanwezige specifiek geografische omstandigheden. Sommige steden kregen een complete, splinternieuwe vestinggordel. In Heusden had Van Alckmaer rekening te houden met het Maasfront en het kasteel dat voor de uitbreidingen net buiten de stad lag. Jacob Kemp, schout te Gorinchem, fortificatiemeester en assistent van Van Alckmaer, gaf leiding aan de werkzaamheden die zeker tot 1589 duurden. De Wijksche Poort bleef aan het einde van de latere Kikkerstraat in gebruik. Reizigers konden over de zogenaamde Dam richting Heesbeen en Wijk en Aalburg bereiken. Door de vergroting van de haven en de noodzaak om de vesting aan Maaszijde beter te beschermen legde men het bastion Vlammenburg (Flankenberg) aan. De middeleeuwse voorstad brak men af. Volgens ds. Groen verbeterde men het gebastionneerde stelsel in de jaren 1621 en 1622. De Wijksche Poort werd verplaatst naar de huidige ligging aan het einde van de Wijksestraat. De Herptse Poort kwam aan het einde van de Herptsestraat te staan. De voormalige, nu als geconsoli-deerde fundering te bezichtigen poort was al in onbruik geraakt in 1579.
Bij een Spaanse aanval trachtten de Heusdense verdedigers de natuur te hulp te roepen door de Maasdijk door te steken. Door het land rond Heusden te inunderen meende men het de vijand extra moeilijk te maken. Een storm zorgde er voor dat er wel erg veel water door het gat naar binnen sloeg. De Wiel was geboren! De Oudheusdense Poort richtte men aan het einde deze manier vergrootte men niet alleen de vestingwerken maar er kwam ook weer ruimte' in de stad om te bouwen. Nog lang noemde men de strook land tussen vestingwerken en Demer 'de Nieuwstad'.
Klik hier voor deel 1 van de reeks
Klik hier voor het vorige deel
Tekst: Will Dijkstra
Foto’s: Beeldbank Streekarchief Langstraat Heusden Altena (www.salha.nl)
Zonder schriftelijke toestemming van de auteur is het niet toegestaan om de letterlijke tekst of delen ervan te gebruiken. Dat geldt niet voor niet-commerciële doeleinden. Verspreiding wordt dan van harte aanbevolen om de vesting Heusden meer bekendheid te geven en de kennis en inzicht in de boeiende historie te stimuleren.
lees verder
Ik hoop dat u met het lezen van deze teksten net zoveel plezier hebt gehad, als ik had met redigeren van de teksten en het zoeken naar de oude foto’s. Voelt u zich vrij om onder dit bericht aan te geven wat u van de reeks vond. Eventuele suggesties voor een volgende reeks zijn ook welkom.
Rest mij niets anders dan Will Dijkstra te danken voor de mooie teksten. En zoals ik al eerder aangaf zijn er nog veel meer oude foto’s te vinden op de website van het Streekarchief Langstraat Heusden Altena: www.salha.nl. Het bezoeken waard!
Wijksestraat
Te vinden vanaf de Wijkse Poort tot aan de Vismarkt. Midden zeventiende eeuw vermeldt geschiedschrijver Van den Oudenhoven “het Wijcks-eyndt”. Van den Oudenhoven was zelf getuige van werkzaamheden aan de vestingwerken en doelde hiermee op het gedeelte van de straat recht op de Wijkse Poort. Het is verdedigbaar dat het gedeelte vanaf de knik tot aan de plek waar einde Kikkerstraat eertijds de Wijkse Poort te vinden was “d'Oude Wijcksche Straet” genoemd werd. Er is nog een aanwijzing dat dit zo was: noch Van den Oudenhoven, noch Groen (in de achttiende eeuw) noemen het bestaan van de Drietrompetterstraat.
Er veranderde wel veel in deze hoek vanaf de Middeleeuwen. De jachthaven bestond nog niet in het midden van de zestiende eeuw. Men groef een gracht vanaf het kasteel in de richting van de Maas. Wandelaars konden vanaf de Vismarkt via de (toen nog zo geheten) Wijcksche Straet naar de stadsmuur lopen. Daar waar nu de Wijkse Poort de in- en uitgang afgrendelt, stond een stadsmuur met daarachter een gracht, die op deze plek naar rechts afbuigen kon, want er liep een weg achter de muur richting Maas. Op de hoek aangekomen, ter hoogte van de huidige Kikkerstraat, kwam men uit bij de Wijkse Poort. Deze onderdoorgaand passeerde men de voorstad met rechts een kapel.
In de tekst van Groen kunnen we lezen: “Anno 1614, den 6 December, tussen 6 en 7 uer braaken de twee steene Beere buijten de Wijkse poort door, bij de Stad Heusden, dewelke daer nieu tot fortificatie van de Stad waren gemaekt; het water maekte met doorschieten zulke diepte dat men vreesde dat het kasteel met de Stad perikel van het water zoude geloopen hebben." Zo te lezen ontstond op dit moment de jachthaven. Met de 'steene Beere' bedoelde Groen de muren die het Maas van het grachtwater scheidden. Het was immers de bedoeling om, ook bij een lage stand in de rivier, de grachten rond Heusden zo vol mogelijk te houden. Een en ander werd geregeld via de Demer.
Dankzij deze zelfde Groen is een heel aardig verhaal bewaard gebleven dat speelde rond 1630 tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Buiten de Wijkse Poort lagen nogal wat schepen die voorraden aanvoerden voor de legers van de Prins van Oranje die op veldtocht in de Langstraat waren. Enkele Spaansgezinden bedachten een plan om de schepen in brand te steken. Twee mannen meldden zich met een koffer bij een schipper die op het punt stond om af te zeilen naar Holland. Het drietal doet zaken en de twee mannen zetten de koffer vast aan boord en gaan samen met de schipper, die nog een boodschap moest doen in de vesting, van boord. De schipper draagt z'n zoontje op om het zeil alvast te hijsen en in wat ruimer water te gaan liggen uit de drukte. Dramatisch is de afloop: “... zoo gaat het vuerwerk, dat inde koffer was aan, en slaat het schip bij na an stukken, en des schippers zoontje dood, zonder met schade te doen, an de andere scheepen, dewijl het lag in de ruijmte van de Maas."
Zustersteeg
De Zustersteeg ligt tussen de kruising Molenstraat/Waterpoort-Hoogstraat en de Putterstraat. Net als bij de andere zijstraten verspringen ook hier de hoeken, ideaal om als verdediger positie te kiezen. De “Suster-steegh” dankt haar naam aan de nonnen die er in een klooster zaten. Het klooster werd in de vijftiende eeuw gesticht door Gijsbert van Randwijk, een vermogend persoon die met regelmaat verkeerde in het gezelschap van onder anderen de hertogen van Gelre. In 1482 vestigden zich dankzij de goedgeefsheid van Gijsbert zusters in Heusden van de Derde Regel van Franciscus. Achter het klooster stond een zogenoemde 'dubbelkerk': de kerkgangers namen vanaf de begane grond deel aan de viering, de kloosterlingen zaten vanaf de eerste verdieping, onzichtbaar voor 't gewone volk, de dienst te volgen. Deze kerk, die er al langer niet meer staat, werd in 1637 gerestaureerd voor de diensten van de (protestante) Waalse en Engelse kerk. De gouverneur van de in Heusden gelegerde troepen, Graaf Willem van Nassau, nam daartoe het initiatief. De voor de strijd ingehuurde Walen en Engelsen hadden behoefte aan een eigen bedehuis. Een Heusdenaar 'verdiende' nog een nieuwe hoed door er voor te zorgen dat uit 's-Hertogenbosch een voormalige katholieke preekstoel kon komen.
Door de wijziging van katholiek naar protestant gezag werd in 1577 besloten dat er geen nieuwe zusters meer zouden worden aangenomen. Een jaar eerder telde de kloostergemeenschap 18 zielen, geleid door overste Catharina Beris. De laatste non vertrok tenslotte naar Den Bosch. In het gebouw vestigden zich achtereenvolgens de Latijnse school, een opleiding vergelijkbaar met het huidige gymnasium en een brouwerij. Na zeer ingrijpende verbouwingen is het gebouw nu opgedeeld in woonruimten voor éénpersoonshuishoudens. Met heel veel moeite kunnen nog kleine stukjes van de eertijds imposante vijftiende-eeuwse balkconstructies gezien worden.
Appendix
Aan het einde van de zestiende eeuw was er dringend behoefte aan modernisering omdat Heusden deel uitmaakte van de zuidelijke linie van vestingsteden. Tot dan toe bestonden de vestingwerken uit een gracht - de Demer (Vlaams voor watergang) - en een circa acht meter hoge muur omgaven de stad. Rondelen - half uit de muur gebouwde torens - en vier stadspoorten maakten van Heusden in de vijftiende en zestiende eeuw een geduchte vesting. De Wijksche Poort stond aan het einde van de Kikkerstraat. De Waterpoort beschermde de doorgang in de muur van en naar het voetveer over de Maas naar Nederhemert. De Herptsche Poort stond aan het einde van de Putterstraat en de Oudheusdense Poort bij de Wittebroodstraat.
In 1577 werd de Pacificatie van Gent (de Gentsche Bevreediging) gesloten tussen zeventien gewesten in de Lage Landen die konden bogen op vele verschillen maar ook op één overeenkomstig belang: hoe komen we af van de plundererde benden Spaanse huurlingen? Ook Spanje zag reden om mee te werken en trok uit delen van de Lage Landen volgens afspraak troepen terug. Ook Heusden raakte verlost van de Spaanse bezetting. Holland en Zeeland trokken Utrecht en Gelre mee in hun belangenstrijd en zagen kansen om snel terrein te winnen op Filips Il die inmiddels voor de tweede keer failliet was gegaan aan de torenhoge oorlogskosten waar geen belas-tinginkomsten meer tegenover stonden.
Heusden, als Hollands stadje, kon nauwelijks anders dan kiezen voor medeondertekening van het verdrag. In ruil voor de loyaliteit van de Heusdense burgers kregen ze het recht om vertegenwoordigers te sturen naar de Hollandse statenvergadering waar ook steden als Dordrecht en Geertruidenberg af en toe de mond open mochten doen. De samenwerking tussen de Lage Landers was van korte duur. Door uiteenlopende belangen en verschillen in opvatting besloten zeven noordelijke gewesten om eendrachtig de Spaanse overheersing met geweld te keren. In 1579 werd daartoe de Unie van Utrecht gesloten.
In het zuiden tekenden tien gewesten de Unie van Atrecht (nu: Arras, Frankrijk) om hun afhankelijkheid van de Spaanse koning te bevestigen. De ongeschiktheid van de Heusdense stadsmuren tegen kanonnen- en musketgeweld was inmiddels al enkele malen aangetoond. Staatsen - troepen onder bevel van de Staten Generaal - en Spaanse regimenten wisselden elkaar vrij moeiteloos af. Vooral Holland beijverde zich om zo snel mogelijk te komen tot een zuidelijke linie in het rivierengebied om het Spaanse legers hoogst onaantrekkelijk te maken een beslissende veldtocht op te zetten richting Hollandse rijkdom en heerschappij. Een aantal steden, reeds voorzien van verdedigingswerken (Geertruidenberg, Gorinchem, Woudrichem, Grave en ook Heusden), kwam op de rol om voorzien te worden van moderne vestingwerken. De vesting Willemstad werd speciaal uit de grond gestampt.
Uitgaande van de reikwijdte van een musketschot, ongeveer 120 meter, ontwierp Adriaen Anthonisz. van Alckmaer op last van de Staten ook een plan voor Heusden, rekening houdende met de aanwezige specifiek geografische omstandigheden. Sommige steden kregen een complete, splinternieuwe vestinggordel. In Heusden had Van Alckmaer rekening te houden met het Maasfront en het kasteel dat voor de uitbreidingen net buiten de stad lag. Jacob Kemp, schout te Gorinchem, fortificatiemeester en assistent van Van Alckmaer, gaf leiding aan de werkzaamheden die zeker tot 1589 duurden. De Wijksche Poort bleef aan het einde van de latere Kikkerstraat in gebruik. Reizigers konden over de zogenaamde Dam richting Heesbeen en Wijk en Aalburg bereiken. Door de vergroting van de haven en de noodzaak om de vesting aan Maaszijde beter te beschermen legde men het bastion Vlammenburg (Flankenberg) aan. De middeleeuwse voorstad brak men af. Volgens ds. Groen verbeterde men het gebastionneerde stelsel in de jaren 1621 en 1622. De Wijksche Poort werd verplaatst naar de huidige ligging aan het einde van de Wijksestraat. De Herptse Poort kwam aan het einde van de Herptsestraat te staan. De voormalige, nu als geconsoli-deerde fundering te bezichtigen poort was al in onbruik geraakt in 1579.
Bij een Spaanse aanval trachtten de Heusdense verdedigers de natuur te hulp te roepen door de Maasdijk door te steken. Door het land rond Heusden te inunderen meende men het de vijand extra moeilijk te maken. Een storm zorgde er voor dat er wel erg veel water door het gat naar binnen sloeg. De Wiel was geboren! De Oudheusdense Poort richtte men aan het einde deze manier vergrootte men niet alleen de vestingwerken maar er kwam ook weer ruimte' in de stad om te bouwen. Nog lang noemde men de strook land tussen vestingwerken en Demer 'de Nieuwstad'.
Klik hier voor deel 1 van de reeks
Klik hier voor het vorige deel
Tekst: Will Dijkstra
Foto’s: Beeldbank Streekarchief Langstraat Heusden Altena (www.salha.nl)
Zonder schriftelijke toestemming van de auteur is het niet toegestaan om de letterlijke tekst of delen ervan te gebruiken. Dat geldt niet voor niet-commerciële doeleinden. Verspreiding wordt dan van harte aanbevolen om de vesting Heusden meer bekendheid te geven en de kennis en inzicht in de boeiende historie te stimuleren.
{Age}
reactie op: {ReactionAlias}
- dit bericht is als spam gemarkeerd - (weergeven)
{Message}
lees verder
{Files}