25 februari | 17:41 uur
Joost Nijssen
volg buur
volg bericht
Straatnamenhistorie 10: Scheepswerf, Schramstraat en Stadshaven
Dit tiende deel van de straatnamenhistorie bevat aardig wat leesvoer. Will Dijkstra had veel te vertellen over de Scheepwerf, de Schramstraat en vooral de Stadshaven. Ik heb wederom wat ‘zoekplaatjes’ bijgevoegd. Herkent u de plekken?
Scheepswerf
Hoewel de meesten onder u wel zullen kunnen bedenken waar deze straat zich zou kunnen bevinden, zullen er weinigen zijn die er direct naar toe rijden. Bedoeld wordt de weg die vanaf de Herptsestraat leidt naar de hoofdpoort (bij de Wiel) van het terrein de scheepswerf, voorheen de glorieuze Verolme Scheepswerf Heusden. Daarvoor zwaaide 'meneer De Haan' (en Oerlemans) er de scepter en zorgde voor werkgelegenheid in stad en streek. Bij de scheepswerf stond de witte villa waar eerst de familie De Haan en later de familie (van werfdirecteur) Rijke woonde. Daarnaast woonden de families Verwey en Knoop.
De scheepswerf ligt op de plaats van het Hollandiabolwerk. Hier staat ook de derde, herbouwde standerdmolen. De molenaar van deze molen heeft al eens laten weten dat de gebouwen van de werf nogal hinderlijk zijn voor het laten draaien van de wieken omdat de wind onvoorspelbaar om de hoeken waait.
Schramstraat
Het oudnederlandse woord schram heeft meerdere betekenissen: het is niet alleen een kras, een inkerving, maar ook een gesneden jong varken. Of in dit gedeelte van de vesting in vroeger tijden opvallend veel biggen werden opgekweekt is niet direct bekend. De dichtst bijzijnde plek waar dat nog niet zo lang geleden in de vesting wel gebeurde was bij Van den Bosch aan de Demer en bij Kuijpers aan de Herptsestraat. Het bestaan van werkzame boerenbedrijven was tot na de oorlog in Heusden een gewone zaak. Deze bedrijven kenden naast land- en akkerbouw ook het rundveebedrijf, de varkensteelt, fruitteelt en hielden het nodige pluimvee. Ook de verwerking van zuivel gebeurde aan huis. Dat brede scala aan activiteiten en producten was vaak letterlijk broodnodig om het hoofd boven water te kunnen houden.
De Schramstraat hoorde in het middeleeuwse stratenpatroon van Heusden. Dan bedoelen we de indeling zoals die bestond voor de eerste uitbreiding van de vestingwerken tussen 1581 en 1589. In het middeleeuwse Heusden kon de wandelaar, vanaf de Putterstraat aankomend door de Schramstraat de 14e eeuwse verdedigingsmuur van naar schatting acht meter hoog ontwaren. Aan het einde stond een rondeel, een half in de Demer en de muur gebouwde verdedigingstoren met schietgaten aan de buitenzijde en een weergang aan stadszijde. Het dak was bedekt met aarde om in brand schieten te verhinderen.
De Schramstraat ligt tussen de Putterstraat en de Demer. Zoals in een vesting betaamt, nodig voor de verdediging, verspringt de Schramstraat ten opzichte voor de Gasthuistraat. Hierdoor ontstaat een dode hoek die verdedigers het mogelijk maakt om aanvallers die de stad zijn binnengedrongen, het extra moeilijk te maken.
Voordat de aanleunwoningen er verrezen, stond in de Schramstraat een schoolgebouw waar als laatste Scheepswerf Verolme de 'tekenschool' verzorgde. Menige jonge scheepsbouwer startte hier zijn carrière.
[Bij het zoeken naar een foto van de Schramstraat kwam ik ook de - inmiddels verdwenen- Sint Jorisstraat tegen. Voor mij volledig onbekend. Zijn er oude(re) Heusdenaren, die meer weten over deze straat?]
Stadshaven
Dankzij de grootscheepse restauratie van de vesting Heusden vormt de Stadshaven een uniek decor van de reconstructie van het verleden. Weinig van wat u ziet is nog oorspronkelijk. De plannenmakers en herbouwers hebben zich wel door het verleden laten inspireren. Met succes blijkbaar want er is veel te zien. De Visbank, de ophaalbrug, de molen, de boten in het water en de mensen op de boten in het water. Weinig bootopvarenden zie je omhoog terugstaren naar de toeristen die ook wel eens op zo'n boot zouden willen zitten.
De Stadshaven is in de huidige vorm ontstaan door de uitbreiding van de vestingwerken na 1580. Daarvoor lag de haven min of meer als een inham tegen de stad aan en was zeker de helft kleiner. De westelijke helft, in gedachtén kunt u een denkbeeldige lijn trekken tussen het bruggetje en de huidige Visbank, moest nog ontgraven worden. De belangrijkheid van de stad als fort in de zuidelijke linie om Holland te beschermen tijdens de opstand tegen Spanje (1568-1648) leidde tot de aanleg van wallen en grachten. Vanzelfsprekend moest het Maasgedeelte in kloeke stenen muren in plaats van aarden wallen worden uitgevoerd. Voor een deel konden de nieuwe muren geplaatst worden op de funderingen van de 14e- en 15e-eeuwse waterkeringen. Het westelijk deel van de haven werd uitgediept en zo verdubbelde men het wateroppervlakte. Goed voor de handel en de vissers. Door de positie van Heusdën werd het steeds drukker.
Daar waar nu de Visbank staat, stond de 'Haavenpoort'. Volgens historieschrijver ds. Theodorum Groen werd het gebouw daar neergezet in 1591. Dat kan aardig kloppen. Jacob van Deventer, cartograaf in dienst van Karel V en zijn zoontje Filips II, tekende Heusden circa 1588 en beeldt inderdaad wel een rondeel (ronde half uit de muur gebouwde toren) af maar geen stoere stadspoort. Boven in de 'Haavenpoort' bevond zich de 'Stads Gijldekamer'. Het hele bouwwerk verdween aan het einde van de 18e eeuw.
In 1796 verrees er de Visbank. Gemakkelijk die naam, want dat scheelt weer uitleg over de functie. Waarom de Visbank lokaal, regionaal, provinciaal, nationaal en zelfs internationaal een reputatie hoog te houden heeft vergt meer woorden. De 18e eeuw in Europa duiden we ook wel aan als de tijd van de Verlichting. In ons land speelden regenten (erfgenamen van schatrijk geworden kooplieden) de baas. Een groeiende groep landgenoten wilde ook een vinger in de bestuurlijke pap. Gebeurtenissen zoals de onafhankelijkheidsstrijd in Amerika en de Franse Revolutie vormden een aanjager. Na wat eerdere opstanden en relletjes slaagden (met hulp van het Franse leger) patriotten (patria = vaderland) er in om in 1795 de macht te grijpen. Uit historische studies weten we dat in Heusden het allereerste patriottische (later afgezette) stadbestuur de macht greep. In de Visbank metselde men een jaartalsteen met de tekst: Anno Secundo Libertatis Batavae. Dit betekent: in het tweede jaar van de Bataafsche Vrijheid. Met de wetenschap dat in 1795 de patriotten hun Bataafse Republiek uitriepen, komen we uit in 1796 als jaar waarin de Visbank werd gemetseld. Het unieke schuilt in het gegeven dat nergens in ons land een ander gedateerd gebouw uit de periode van de Bataafse Republiek (1795 - 1803) bestaat. Er zal best wel ergens iets gebouwd zijn maar daar hebben ze verzuimd om er een datum op te hangen.
In het rechterdeel van de Visbank kreeg de stadswaag onderdak. In het linkerdeel vond de klepperman (nachtwacht) onderdak. Rechts van de Visbank verrees het Kommiezenhuis. Een kommies (Franse Tijd) was een ambtenaar, belast met de inning van tolgelden, accijnzen en invoerrechten. Het gebouw verdween in 1904 bij het dichtspuiten van de haven. Het nagebouwde Kommiezenhuis heeft een bordesje en één verdieping minder. Dat laatste zal besloten zijn omdat, zoals op oude foto's te zien is, het vorige Kommiezenhuis nogal dominant was ten opzichte van de Visbank.
Opvallend aan de Stadshaven is de uit België geïmporteerde en grotendeels gerestaureerde standerdmolen. Op een stadsplattegrond uit 1740 van de hand van Isaac Tirion zien we geen molen meer afgebeeld maar een pleintje met bomen. Dat kan best eens kloppen. Tirion graveerde nog wel de molen op het Oranjebastion bij de (latere) werf. Naar de geest van de tijd (de Franse taal was in bij de pruikendragers) noemt Tirion het molenbastion 'belvedère'. Mooi uitzicht betekent dat heel toepasselijk tot op de dag van vandaag.
De kanonnen worden met eerbied bekeken, beklommen en af en toe afgeschoten. Vooral omdat het zo leuk leest, laten we hier de tekst volgen die ds. Groen noteerde: “De Stad heeft ook een bekwaame Haaven, ten meesten deele rondom van de Dam, met een kade beset, en werd dese Haaven tot verseekeringe van de scheepen en versterking van de Stad met een swaaren mastboom met ijsere pinnen beslaagen, toegestoten......” Met de Dam bedoelt Groen het dijkgedeelte van de haven richting Wijk en Aalburg waar zich naast een kerkje een voorstad bevond. Aan het einde van de huidige Kikkerstraat stond de middeleeuwse Wijkse Poort.
In 1890 startte Rijkswaterstaat het graven van de Bergsche Maas, tussen Well en Geertruidenberg (vandaar BergscheMaas). Rijkswaterstaat beloofde dat iedereen 'eeuwig' gratis gebruik mocht maken van de ponten en bouwde bruggen. In 1904 spoot men de Stadshaven dicht. Voor de haven kwam een strook te liggen. Mede omdat in 1904 koningin Wilhelmina en haar gemaal prins Hendrik in de stromende regen naar Heusden kwamen om de nieuwe Maasmond feestelijk te openen, u sprak men later van 'het Wilhelminaplein' en 'Prins Hendrikkade'. Ondanks de geruchten over een minder geslaagd huwelijk lagen ze zo toch nog naast elkaar. De haven werd in de zeventiger jaren hersteld. Toen konden inwoners en bezoekers maar vooral de subsidiegevers met eigen ogen aanschouwen dat het restaureren van Heusden aan de Maas meer dan de moeite en het geld waard zou zijn.
Klik hier voor deel 1 van de reeks
Klik hier voor het vorige deel
Klik hier voor het volgende deel
Tekst: Will Dijkstra
Foto’s: Beeldbank Streekarchief Langstraat Heusden Altena (www.salha.nl)
Zonder schriftelijke toestemming van de auteur is het niet toegestaan om de letterlijke tekst of delen ervan te gebruiken. Dat geldt niet voor niet-commerciële doeleinden. Verspreiding wordt dan van harte aanbevolen om de vesting Heusden meer bekendheid te geven en de kennis en inzicht in de boeiende historie te stimuleren.
lees verder
Scheepswerf
Hoewel de meesten onder u wel zullen kunnen bedenken waar deze straat zich zou kunnen bevinden, zullen er weinigen zijn die er direct naar toe rijden. Bedoeld wordt de weg die vanaf de Herptsestraat leidt naar de hoofdpoort (bij de Wiel) van het terrein de scheepswerf, voorheen de glorieuze Verolme Scheepswerf Heusden. Daarvoor zwaaide 'meneer De Haan' (en Oerlemans) er de scepter en zorgde voor werkgelegenheid in stad en streek. Bij de scheepswerf stond de witte villa waar eerst de familie De Haan en later de familie (van werfdirecteur) Rijke woonde. Daarnaast woonden de families Verwey en Knoop.
De scheepswerf ligt op de plaats van het Hollandiabolwerk. Hier staat ook de derde, herbouwde standerdmolen. De molenaar van deze molen heeft al eens laten weten dat de gebouwen van de werf nogal hinderlijk zijn voor het laten draaien van de wieken omdat de wind onvoorspelbaar om de hoeken waait.
Schramstraat
Het oudnederlandse woord schram heeft meerdere betekenissen: het is niet alleen een kras, een inkerving, maar ook een gesneden jong varken. Of in dit gedeelte van de vesting in vroeger tijden opvallend veel biggen werden opgekweekt is niet direct bekend. De dichtst bijzijnde plek waar dat nog niet zo lang geleden in de vesting wel gebeurde was bij Van den Bosch aan de Demer en bij Kuijpers aan de Herptsestraat. Het bestaan van werkzame boerenbedrijven was tot na de oorlog in Heusden een gewone zaak. Deze bedrijven kenden naast land- en akkerbouw ook het rundveebedrijf, de varkensteelt, fruitteelt en hielden het nodige pluimvee. Ook de verwerking van zuivel gebeurde aan huis. Dat brede scala aan activiteiten en producten was vaak letterlijk broodnodig om het hoofd boven water te kunnen houden.
De Schramstraat hoorde in het middeleeuwse stratenpatroon van Heusden. Dan bedoelen we de indeling zoals die bestond voor de eerste uitbreiding van de vestingwerken tussen 1581 en 1589. In het middeleeuwse Heusden kon de wandelaar, vanaf de Putterstraat aankomend door de Schramstraat de 14e eeuwse verdedigingsmuur van naar schatting acht meter hoog ontwaren. Aan het einde stond een rondeel, een half in de Demer en de muur gebouwde verdedigingstoren met schietgaten aan de buitenzijde en een weergang aan stadszijde. Het dak was bedekt met aarde om in brand schieten te verhinderen.
De Schramstraat ligt tussen de Putterstraat en de Demer. Zoals in een vesting betaamt, nodig voor de verdediging, verspringt de Schramstraat ten opzichte voor de Gasthuistraat. Hierdoor ontstaat een dode hoek die verdedigers het mogelijk maakt om aanvallers die de stad zijn binnengedrongen, het extra moeilijk te maken.
Voordat de aanleunwoningen er verrezen, stond in de Schramstraat een schoolgebouw waar als laatste Scheepswerf Verolme de 'tekenschool' verzorgde. Menige jonge scheepsbouwer startte hier zijn carrière.
[Bij het zoeken naar een foto van de Schramstraat kwam ik ook de - inmiddels verdwenen- Sint Jorisstraat tegen. Voor mij volledig onbekend. Zijn er oude(re) Heusdenaren, die meer weten over deze straat?]
Stadshaven
Dankzij de grootscheepse restauratie van de vesting Heusden vormt de Stadshaven een uniek decor van de reconstructie van het verleden. Weinig van wat u ziet is nog oorspronkelijk. De plannenmakers en herbouwers hebben zich wel door het verleden laten inspireren. Met succes blijkbaar want er is veel te zien. De Visbank, de ophaalbrug, de molen, de boten in het water en de mensen op de boten in het water. Weinig bootopvarenden zie je omhoog terugstaren naar de toeristen die ook wel eens op zo'n boot zouden willen zitten.
De Stadshaven is in de huidige vorm ontstaan door de uitbreiding van de vestingwerken na 1580. Daarvoor lag de haven min of meer als een inham tegen de stad aan en was zeker de helft kleiner. De westelijke helft, in gedachtén kunt u een denkbeeldige lijn trekken tussen het bruggetje en de huidige Visbank, moest nog ontgraven worden. De belangrijkheid van de stad als fort in de zuidelijke linie om Holland te beschermen tijdens de opstand tegen Spanje (1568-1648) leidde tot de aanleg van wallen en grachten. Vanzelfsprekend moest het Maasgedeelte in kloeke stenen muren in plaats van aarden wallen worden uitgevoerd. Voor een deel konden de nieuwe muren geplaatst worden op de funderingen van de 14e- en 15e-eeuwse waterkeringen. Het westelijk deel van de haven werd uitgediept en zo verdubbelde men het wateroppervlakte. Goed voor de handel en de vissers. Door de positie van Heusdën werd het steeds drukker.
Daar waar nu de Visbank staat, stond de 'Haavenpoort'. Volgens historieschrijver ds. Theodorum Groen werd het gebouw daar neergezet in 1591. Dat kan aardig kloppen. Jacob van Deventer, cartograaf in dienst van Karel V en zijn zoontje Filips II, tekende Heusden circa 1588 en beeldt inderdaad wel een rondeel (ronde half uit de muur gebouwde toren) af maar geen stoere stadspoort. Boven in de 'Haavenpoort' bevond zich de 'Stads Gijldekamer'. Het hele bouwwerk verdween aan het einde van de 18e eeuw.
In 1796 verrees er de Visbank. Gemakkelijk die naam, want dat scheelt weer uitleg over de functie. Waarom de Visbank lokaal, regionaal, provinciaal, nationaal en zelfs internationaal een reputatie hoog te houden heeft vergt meer woorden. De 18e eeuw in Europa duiden we ook wel aan als de tijd van de Verlichting. In ons land speelden regenten (erfgenamen van schatrijk geworden kooplieden) de baas. Een groeiende groep landgenoten wilde ook een vinger in de bestuurlijke pap. Gebeurtenissen zoals de onafhankelijkheidsstrijd in Amerika en de Franse Revolutie vormden een aanjager. Na wat eerdere opstanden en relletjes slaagden (met hulp van het Franse leger) patriotten (patria = vaderland) er in om in 1795 de macht te grijpen. Uit historische studies weten we dat in Heusden het allereerste patriottische (later afgezette) stadbestuur de macht greep. In de Visbank metselde men een jaartalsteen met de tekst: Anno Secundo Libertatis Batavae. Dit betekent: in het tweede jaar van de Bataafsche Vrijheid. Met de wetenschap dat in 1795 de patriotten hun Bataafse Republiek uitriepen, komen we uit in 1796 als jaar waarin de Visbank werd gemetseld. Het unieke schuilt in het gegeven dat nergens in ons land een ander gedateerd gebouw uit de periode van de Bataafse Republiek (1795 - 1803) bestaat. Er zal best wel ergens iets gebouwd zijn maar daar hebben ze verzuimd om er een datum op te hangen.
In het rechterdeel van de Visbank kreeg de stadswaag onderdak. In het linkerdeel vond de klepperman (nachtwacht) onderdak. Rechts van de Visbank verrees het Kommiezenhuis. Een kommies (Franse Tijd) was een ambtenaar, belast met de inning van tolgelden, accijnzen en invoerrechten. Het gebouw verdween in 1904 bij het dichtspuiten van de haven. Het nagebouwde Kommiezenhuis heeft een bordesje en één verdieping minder. Dat laatste zal besloten zijn omdat, zoals op oude foto's te zien is, het vorige Kommiezenhuis nogal dominant was ten opzichte van de Visbank.
Opvallend aan de Stadshaven is de uit België geïmporteerde en grotendeels gerestaureerde standerdmolen. Op een stadsplattegrond uit 1740 van de hand van Isaac Tirion zien we geen molen meer afgebeeld maar een pleintje met bomen. Dat kan best eens kloppen. Tirion graveerde nog wel de molen op het Oranjebastion bij de (latere) werf. Naar de geest van de tijd (de Franse taal was in bij de pruikendragers) noemt Tirion het molenbastion 'belvedère'. Mooi uitzicht betekent dat heel toepasselijk tot op de dag van vandaag.
De kanonnen worden met eerbied bekeken, beklommen en af en toe afgeschoten. Vooral omdat het zo leuk leest, laten we hier de tekst volgen die ds. Groen noteerde: “De Stad heeft ook een bekwaame Haaven, ten meesten deele rondom van de Dam, met een kade beset, en werd dese Haaven tot verseekeringe van de scheepen en versterking van de Stad met een swaaren mastboom met ijsere pinnen beslaagen, toegestoten......” Met de Dam bedoelt Groen het dijkgedeelte van de haven richting Wijk en Aalburg waar zich naast een kerkje een voorstad bevond. Aan het einde van de huidige Kikkerstraat stond de middeleeuwse Wijkse Poort.
In 1890 startte Rijkswaterstaat het graven van de Bergsche Maas, tussen Well en Geertruidenberg (vandaar BergscheMaas). Rijkswaterstaat beloofde dat iedereen 'eeuwig' gratis gebruik mocht maken van de ponten en bouwde bruggen. In 1904 spoot men de Stadshaven dicht. Voor de haven kwam een strook te liggen. Mede omdat in 1904 koningin Wilhelmina en haar gemaal prins Hendrik in de stromende regen naar Heusden kwamen om de nieuwe Maasmond feestelijk te openen, u sprak men later van 'het Wilhelminaplein' en 'Prins Hendrikkade'. Ondanks de geruchten over een minder geslaagd huwelijk lagen ze zo toch nog naast elkaar. De haven werd in de zeventiger jaren hersteld. Toen konden inwoners en bezoekers maar vooral de subsidiegevers met eigen ogen aanschouwen dat het restaureren van Heusden aan de Maas meer dan de moeite en het geld waard zou zijn.
Klik hier voor deel 1 van de reeks
Klik hier voor het vorige deel
Klik hier voor het volgende deel
Tekst: Will Dijkstra
Foto’s: Beeldbank Streekarchief Langstraat Heusden Altena (www.salha.nl)
Zonder schriftelijke toestemming van de auteur is het niet toegestaan om de letterlijke tekst of delen ervan te gebruiken. Dat geldt niet voor niet-commerciële doeleinden. Verspreiding wordt dan van harte aanbevolen om de vesting Heusden meer bekendheid te geven en de kennis en inzicht in de boeiende historie te stimuleren.
{Age}
reactie op: {ReactionAlias}
- dit bericht is als spam gemarkeerd - (weergeven)
{Message}
lees verder
{Files}