13 juni | 08:19 uur
volg bericht
Wat Heusden, Maxima en de Roodkapje verbindt.
In de wandelgangen sprak ik met iemand die zei dat ik, in het kader van de rubriek ‘Bijzondere Heusdenaren’, absoluut Ans Buys zou moeten interviewen. Ze zou een echte Roodkapje kamer hebben en regelmatig samenwerken met koningin Maxima.
Mijn interesse was gewekt en om 10.00 uur belde ik aan in de Breestraat, bij de grote groene deur, zoals Ans mij via de app duidelijk had gemaakt.
Het avontuur startte meteen achter de voordeur. Een statige trap leidde ons naar de eerste verdieping, waar een licht en smaakvol ingericht appartement met uitzicht op het stadhuis, schuilging. Tussen de keuken en de huiskamer maakt een lift, ingebouwd in 2013, de woning levensloopbestendig. Als ik naar Ans kijk, vraag ik me af of ze de lift zelf ooit nodig zal hebben. Wat een levenslustige en actieve vrouw zit er tegenover me.
Ik ben benieuwd naar haar verhaal. Het rijtje vragen, dat ik voor de zekerheid in mijn tas heb, blijkt achteraf niet nodig te zijn.
Ans vertelt dat ze al bijna 50 jaar in de vesting woont. Ze is in 1949 in Herpt geboren, als boerendochter van Tinus Buys en Janske van den Brand. Ze is de oudste van acht kinderen.
In het gezin werden de jongens en de meisjes gelijk behandeld. Dat was in die tijd zeker niet in alle gezinnen zo. Ans vond leren leuk en ging naar de ULO. Omdat ze geïnteresseerd was in de Latijnse taal, belde ze naar het gymnasium in Den Bosch en vroeg of ze daar Latijn zou kunnen volgen. Het antwoord van de rector was: ‘Als je dat zou kunnen had je vader je wel naar het gymnasium gestuurd’.
Dat Ans zich absoluut niet in een hokje wil laten stoppen en een vrije geest heeft, wordt gaandeweg haar verhaal steeds duidelijker. Ans kon kiezen uit de drie gangbare richtingen voor een meisje: een kantoorbaan, de zorg of het onderwijs.
Ze koos voor de kweekschool. Haar grote missie werd om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Omdat er na haar afstuderen geen vacatures waren in groep 3 van het basisonderwijs, solliciteerde ze bij Priskilla, in Den Bosch een van de drie meisjesscholen voor lager beroepsonderwijs. Ze koos voor de school die het dichtst bij het station lag.
Ook al had ze een aantal vakken, zoals handelscorrespondentie, zelf nooit gehad, het lukte haar toch om nagenoeg alle theorievakken te onderwijzen. Ze haalde haar MO-A in Tilburg en vervolgens haar doctoraal Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Dit deed ze overigens naast haar fulltimebaan.
De vakanties waren om te studeren. In de zomer maakte ze daarnaast nog tijd om te reizen.
In 1976 ging ze op vakantie naar Indonesië en vond ze op een plaatselijke markt een Nederlands boekje over Roodkapje, met als bijzonder einde dat Roodkapje zich in de klok verstopte. Haar belangstelling was gewekt, ze kocht het boekje en vanaf dat moment zou ze van elke reis iets van Roodkapje meenemen. Zo begon haar verzameling. Maar daarover later meer.
In 1985 was er een vacature in de schoolleiding bij Havo/Mbo-school Mariënburg, waar ze inmiddels werkte. Een van de leraressen nodigde alle vrouwelijke collega’s uit om met hen te praten over die vacature. Ze vond het opmerkelijk dat de directie alleen uit mannen bestond terwijl de leerlingen in meerderheid meisjes waren. Zij vroeg aan elke aanwezige collega persoonlijk waarom die niet solliciteerde op die vacature.
‘Niet fulltime willen werken, denken het niet te kunnen, teveel druk, waren de algemene antwoorden. Ans gaf een afwijkend antwoord: ‘Ik heb nu al de mooiste baan (lerares Nederlands, schooldecaan, mentor) van Den Bosch, dus waarom zou ik solliciteren?’ Ans werd aan het denken gezet en een paar kritische vragen van de betreffende collega hielpen daarbij zoals: ‘Je vindt het toch eveneens belangrijk dat meisjes zien dat ook vrouwen leiding kunnen geven?’ Ze solliciteerde net zoals twee andere vrouwen en Ans is ervan overtuigd dat de vrouwen die stap niet gezet hadden, als die bijeenkomst er niet was geweest. Ans kreeg de baan. Toen de directeur haar het benoemingsbesluit meedeelde en vroeg of ze nog wensen had, waren dat er twee: dat ze twee klassen Nederlands mocht blijven geven en een cursus leidinggeven mocht volgen.
In 1990 fuseerden de verschillende mbo-scholen in Den Bosch tot het Koning Willem I college. Van de 47 directieleden, mochten er 7 blijven. Ook al was Ans uiteindelijk een van hen, ze koos voor een kleinschalige omgeving en werd rector van het Sint Janslyceum, waar ze met veel plezier 12 ½ jaar zou blijven werken.
Toen ze gevraagd werd als directeur van de lerarenopleiding in Tilburg leek haar dat, na lang nadenken, een mooie stap. Immers als je een bijdrage kunt leveren aan de nieuwe generatie docenten, komt dit direct de ontwikkeling van het kind ten goede.
Toen ze na 44 jaar afscheid nam om met pensioen te gaan, kreeg ze niet alleen een geweldig afscheid, maar ook een koninklijke onderscheiding.
En hoezo met pensioen? Haar activiteiten rondom kunst en cultuureducatie, heeft ze tot vandaag de dag voortgezet. Ze zit in raden van toezicht, is vertrouwenspersoon en naast andere bestuurlijke functies is ze samen met koningin Maxima ambassadeur voor muziekonderwijs op alle basisscholen.
Ik had nog wel honderd vragen willen stellen, maar ik had nog niets over de Roodkapje kamer gehoord. Alsof ze mijn gedachten kon lezen, vroeg Ans of ik het huis verder wilde zien?
En terwijl Ans me rondleidde, gingen we zowel figuurlijk als letterlijk op weg naar de Roodkapje kamer.
Net als elk jong mens, wilde ook Ans, graag op kamers. Een nicht van haar vader, die ze tante Riet noemde, had twee naast elkaar gelegen panden in de Breestraat, waarvan ze er zelf één bewoonde. Dit was boven een, door haarzelf bemande, kleine kruidenierszaak. Het andere pand verhuurde ze aan een slager.
Toen de slagerij stopte, konden Ans en haar zus voor 10 gulden per week het huis huren. Wel onder de voorwaarde dat ze hun boodschappen in de kruidenierszaak deden.
Toen ‘tante Riet’, in 1976 stierf, erfden vader en moeder Buys het huis. Pas toen vader 90 jaar was, besloot hij de boerderij in Herpt te verlaten en in Heusden te gaan wonen, zodat ze dichter bij de winkels én bij hun dochter zouden zijn. Toen vader overleed en moeder na een val naar een verpleeghuis ging, verbouwde Ans de twee woningen tot één huis en stalde haar, door de jaren heen opgebouwde, verzameling uit in de ‘Roodkapje kamer’.
Ans heeft zelf geen kinderen, maar ze heeft veel neefjes en nichtjes, die graag bij haar logeren. Ze slapen dan tussen de boeken, kaarten, poppen, serviesgoed, lampjes, wandkleden, speldjes, lepeltjes en natuurlijk onder de Roodkapje dekbedovertrekken.
Ik kom ogen tekort!
Ans vertelt dat Roodkapje een universeel sprookje is, dat in de hele wereld verteld en gelezen wordt. Ondanks dat er heel veel varianten zijn, zijn er twee hoofdstromingen te onderscheiden.
In de 19de eeuw schreven de gebroeders Grimm het bij ons bekende sprookje over het kleine meisje, met als moraal: Als je niet naar je moeder luistert, gebeuren er vreselijke dingen.
In de 17de eeuw, schreef de Fransman, Charles Perrault, Roodkapje als tiener. De moraal was: als je het met vreemde mannen aanlegt, beland je bij ze in bed.
De verzameling groeit nog steeds, deels door de reizen, maar ondertussen een nog groter deel omdat veel mensen het leuk vinden om een steentje bij te dragen aan de verzameling.
Nadat ik nog een aantal foto’s had gemaakt vroeg ik Ans naar het object wat haar het meest aan het hart ligt. Ze pakte de grote Roodkapje pop, die ze vond toen ze de zolder van ‘tante Riet’ leeghaalde. Toen ze haar oppakte en vasthield, zag ik die liefdevolle leerkracht, waar je als kind ademloos naar kon luisteren.
Op de terugweg liep ik nog even de boekwinkel binnen en na twee minuten zag ik het boekje ‘Roodkapje was een toffe meid’; Stoere sprookjes om te rappen. Ik vrees dat ik ook besmet ben. Ik ga het boekje zeker naar Ans brengen, wie weet heeft ze nog meer mooie verhalen en kan ik nog even een glimp van de kamer opvangen.
Mary van Boxtel
{Age}
reactie op: {ReactionAlias}
- dit bericht is als spam gemarkeerd - (weergeven)
{Message}
lees verder
{Files}