Samenwerken aan de buurt

Plan of bericht | prikbord
19 juni | 09:27 uur
Beleven in de Vesting | community builder, Buurbook
volg buur
Hoe een klein stadje bijzonder kan zijn!
Het leuke aan jonge kinderen, vind ik, is dat voor hen ons hele stadje een speelterrein vormt. En daar word ik dan weer blij en speels van.
Als onze drie kleinkinderen Teide (6 jaar), zijn broertje Tobias (3 jaar) en hun nichtje Mila (3 jaar) een dagje bij ons in Heusden zijn, trekken we graag door het stadje. Eerst gaan we naar Bakkertje Deeg, verse broodjes uitkiezen voor de lunch. We lopen door het Kerkstraatje, en passeren de Gevelkijker, het beeldje voor het TIP. Een beetje zielig mannetje, vinden de kinderen hem, zo turend met zijn hoedje op. De trappen van het bordes worden beklommen en daarna wordt het straatmeubilair op de Botermarkt begroet met een high five. Onderweg letten we goed op het slaan van het hele uur want dan gaan we ons opstellen voor het draven van de ruiters van het Carillon.
Terug met de broodjes wordt het speelgoed opnieuw getest en als de magen beginnen te knorren, vraagt er een: “Oma, gaan we in jullie tuintje eten?” Het tuintje is ons patiootje van amper twee bij vijf meter. “Oké, jongens.”
Een vast onderdeel van de dag is natuurlijk de speeltuin bij de Ruïne. Een voetbal gaat altijd mee, want “daarboven is een echt voetbalveld met goals”. Na het beklimmen van de ruïne, en het beproeven van de speeltoestellen, rennen we drie rondjes over de lage muurresten van het kasteel, en nee, er is nog niemand van ons in de voormalige gracht gekukeld!
Verder gaat het dan, over de wallen tot aan de kanonnen op het Zuiderbolwerk. AANLEGGEN… VUUR…  BOEM! Het Landje veroveren zit stevig verankerd in het collectieve geheugen.
Vervolgens komt het boten kijken, de grotere en kleinere, en alweer kanonnen daar, aan de Stadshaven. Al naar gelang onze stemming hebben we daarvóór gefoerageerd bij Berg en Braam, Hof van Heusden, of ‘t IJshuys. Tevreden zitten we op een bankje te snoepen en toe te kijken hoe een boot onder de “ophaalbrug” doorvaart.
Dan probeer ik: “Kom jongens, tijd voor een kopje thee bij oma thuis.” Onderweg naar de Wittebroodstraat willen ze nog even door het steegje langs het TIP om de maquette van Heusden te bewonderen, met het grote kasteel dat er ooit was. Hun neusjes tegen de raam gedrukt. Diepe indruk heeft het verhaal gemaakt, over het ontploffen van de Dikke Brabander (waar het buskruit lag opgeslagen), door een blikseminslag, die het ganse kasteel, plus de voorburcht (de plek waar later de Katholieke kerk gebouwd werd, inmiddels gerenoveerd tot appartementencomplex) en de wijk eromheen, heeft weggeblazen. Dat feit moet nog eens verwerkt worden!
“Hebben we nu alles gedaan?” vraag ik aan Teide, Tobias, en Mila. “Ja oma,” contente zucht. Weer thuis probeer ik de dag rustig af te bouwen met een spelletje en voorlezen. Terwijl opa, als niet genoeg te prijzen kok, een voedzame warme hap klaarmaakt, die ze meestal lusten. Zodat we de kinderen na het avondeten moe en voldaan weer kunnen overdragen aan hun papa’s en mama’s. Drie keer raden wie als eerste in slaap valt in de stoel, zo rond de klok van acht uur. Ja, oma! 
Jonge kinderen verstaan de kunst om van het gewone het bijzondere te laten zien. En bijzonder blijft het, ons vestingstadje!

Sprokkelaar

 

lees verder